De terminal ondersteunt LAN- en Wi-Fi-verbindingen.
Indien er een fysieke LAN-verbinding nodig is, moet er een LAN-kabel van het type RJ45-naar-RJ45 (niet meegeleverd) worden geplaatst tussen de router en de betaalterminal.
Overschakelen tussen LAN en Wi-Fi doet u door achtereenvolgens ‘Menu’ en ‘Administratie’ te selecteren (voer het beheerderswachtwoord in) en ‘Netwerk instellingen’ te kiezen (of ‘Snelmenu’ en ‘Netwerken’). Selecteer daarna ‘Verbinding wijzigen’ en kies het gewenste type.
Wi-Fi-verbinding instellen
Om verbinding te maken met een Wi-Fi-netwerk of over te schakelen naar een Wi-Fi-verbinding, selecteert u achtereenvolgens ‘Menu’, ‘Administratie’ (voer de beheerderspincode in) en ‘Netwerk instellingen’ (of ‘Snelmenu’ en ‘Netwerken’). Selecteer daarna ‘Instellingen’ en kies het gewenste Wi-Fi-netwerk uit de lijst met beschikbare netwerken.
Om het wachtwoord van het netwerk geselecteerd in ‘Menu’ of ‘Snelmenu’ in te voeren met alfanumerieke tekens, drukt u herhaaldelijk op de cijfertoetsen om het gewenste teken te selecteren (zoals bij toetsenbordtelefoons).
Als de handshake is goedgekeurd, wordt de internetverbinding tot stand gebracht.